Flapoor vertelde dat hij een hele leuke klas boordevol vriendjes heeft en dat er zelfs nieuwe kindjes in zijn klas zitten. Remi vroeg hem hoe die kinderen heten, wat ze graag doen, ... Maar daar kon Flapoor helemaal niet op antwoorden. Hij had ze nog geen enkele vraag gesteld, want hij wist niet hoe hij dat moest doen. Gelukkig kon Remi hem hierbij helpen. Remi had ooit van de Doe-het-zelf-elf een brief gekregen met daarop enkele vragen die je kan stellen aan iemand die nieuw is.
Samen met Remi oefende Flapoor de vraagjes.
Daarna was het de beurt aan de jongens en meisjes van Re. Per twee oefenden we een toneeltje. We kregen er ook een extra opdracht bij: we moesten ook zelf een vraag verzinnen die we wilden stellen aan de ander, het moest een vraag zijn die niet op het blaadje stond. Na elk stukje werd geëvalueerd met de klas.
Enkele foto's van de toneeltjes met er onder waar we extra op gelet hebben bij het spelen:
 |
| Als je vragen stelt aan elkaar of met elkaar praat, dan kijk je elkaar best aan. Dat is beleefd en toont dat je luistert. |
 |
| Als je met elkaar praat, dan praat je duidelijk en luid genoeg. Niet roepen, maar ook niet fluisteren. |
 |
| Je praat met elkaar en gebruikt daarbij je eigen stem, geen vreemde stemmetjes dus. |
 |
| Je antwoordt beleefd en stelt eventueel zelf ook een vraag. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten